zaterdag 17 juli 2010

In gesprek met Brieke Drost (Arnhem, 1957)




Zondag 18 juli 2010 van 15 - 17.30 uur presenteren drie beeldend kunstenaars, een musicus, een landschapsarchitect en een uitgever zich met hun 'Passie voor de Zomer' in 10 minuten durende optredens. Deze keer vinden deze 'SlowTalks' plaats in KABELS op het landgoed De Westerbouwing. Een mooie aanleiding om Brieke Drost, beeldend kunstenaar uit Wolfheze en deelnemer aan de SlowTalks, te interviewen. Ze woont in het prachtige schooltje aan de spoorlijn bij Wolfheze en heeft daar ook haar atelier.

Brieke Drost volgde de vrije afdeling aan de Akademie voor Beeldende Kunsten, Arnhem van 1980 tot '85, een periode van conceptuele kunst waarin de Neue Wilden aanstormden. De sfeer werd er in belangrijke mate bepaald door de docenten en namen die onmiddellijk bij haar opkomen zijn die van Tjoe Fang King, Jan Willem Smeets, Marten Hendriks en Ruud Peters.



     


Schilderen is voor Brieke Drost onmisbaar. Zij schildert naar de waarneming en werkt op klein formaat. Ze werkt niet vanuit de vorm, maar bouwt het schilderij op uit vlekjes en 'prutst net zolang tot het klopt'. Op die manier komen het ambachtelijke en haar ideeën tijdens het werken samen. De kleine objecten die zij schildert - een asbak met een rand van glazen bolletjes of een oorhanger in de vorm van een sleutelgat met rondom vier robijnen - geeft ze letterlijk een andere dimensie door uitvergroting en door ze los te snijden uit een herkenbare context. Daarbij verdwijnt ook ieder spoor van menselijk leven. Gebruiksvoorwerpen veranderen in magische vormen en krijgen een eigen bestaanstrecht, versterkt door de fijnheid van de detaillering en de ingehouden kleuren. Niet alleen is de vorm van de dingen of de details en kleuren tillen de geschilderde objecten boven de werkelijkheid uit, maar vooral het bijzondere licht dat niet van buiten lijkt te komen maar uit de dingen zelf. Brieke Drost schildert geen stillevens zoals we die kennen, maar 'portretten' van objecten. Hierdoor ontstijgt het schilderij het realisme en straalt het waarden als 'schoonheid' en 'puurheid' uit. 'Licht en doorschijnendheid zijn aspecten die ik belangrijk vind en tot grens van de abstractie verhevig. Ik schilder bijna calvinistisch: zo weinig mogelijk en zo sober als kan, om het beeld subtiel maar sterk te maken. Op mijn manier breng ik 'ode aan het object' dat een stil en klein verhaal vertelt. Eigenlijk wil ik dat mijn schilderijen de waarneming verdiepen en een lichte ontroering doen ontstaan, zo'n moment dat de ziel een sprongetje maakt.'



         


Haar voorbereidingen bestaan uit kijken, zoeken, foto's maken en tijdens het schilderen beziet zij voortdurend hoe het werkt: of het beeld wel 'gevangen' is en of het object verder gestileerd moet worden. De ambachtelijk kant van het schilderen is daarin een belangrijke factor. Onlangs leerde zij hoe je zelf ei-tempera kunt maken op basis van een eitje en pigmenten. 'Het is echt anders: het is verbazend hoe fel de pigmenten zijn! Je kunt de verf helderder en dieper van kleur maken, maar je kan er niet mee poetsen. Tempera vraagt om vlot werken en dwingt je in een andere versnelling. Als je olieverf maakt zoals vroeger, dan is dat heel plakkerig en moet je lang wachten voor je weer verder kunt. Tempera droogt juist heel snel maar het is niet lang houdbaar. Dus telkens een nieuw eitje. Komt goed uit dat we kippen hebben! Bijzonder, dat een oude techniek zo vernieuwend kan uitpakken. Nou ja, vernieuwend, eigenlijk is alles al wel eens gedaan. En als je consequent voorop wilt lopen, waar ben je dan mee bezig? Het maakt niet uit in welk medium je werkt, het gaat erom wat je te vertellen hebt. Je moet je concentreren op een aspect en dat uitdiepen. Voor mij is belangrijk dat wat je wil overdragen 'echt' en 'eerlijk' is. Dat klinkt misschien ouderwets maar 'sober' kijken en 'subitliteit' zijn voor mij belangrijk en dat heeft vooral te maken met hoe ik in het leven wil staan.'



        


'Als het goed is, doet kunst je even iets voelen. Dat kan zowel bij high-tech architectuur als bij een schilderij van Vermeer. Als het bij een idee blijft... Ik ben een bewonderaar van Louise Bourgeois. Zij had weliswaar een groot ego, maar heeft werk sterk en individueel werk gemaakt. Miranda July vind ik geweldig met haar projecten zoals http://www.learningtoloveyoumore.comhaar/ internetsite waar iedereen werd uitgenodigd tot deelname. Zij inspireert en ik herken veel in haar werk omdat haar doel 'kruisbestuiving' is en 'het groter maken van de kring'. Dat spreekt me erg aan. Amateurkunst is altijd weggezet als 'volksvlijt', als iets minderwaardigs, maar nu maken ook bekende kunstenaars vaker samen met anderen kunst waarbij het verschil tussen 'high and low' wegvalt. Dat vind ik mooi. Inspirerend is ook het boek 'The Craftsman' van Richard Sennet dat ik aan het lezen ben. Hij kijkt vanuit andere perspectieven naar het ambachtelijke. Hij hecht belang aan traditie en hoe traditie migreert in nieuwe perspectieven.



         


Als een rode draad door haar leven loopt het organiseren van kunstprojecten samen met andere kunstenaars. Als eerste was dat Hooghuis in Arnhem (1985-1991), samen met Ruth Keteldijk en Kinke Kooi, en vervolgens K13 in Velp waar zij ook het volgend jaar met Kinke Kooi een tentoonstelling maken.Met Marry Overtoom zette zij Stichting Wolf-Heze op waaruit het project 'De Kunst van het Wandelen' ontstond met bijdragen van verschillende kunstenaars. Met Marijke Mink vormde zij de tentoonstellingscommissie 2008/2009 voor de projectruimte van De Gele Rijder bij het Centrum Beeldende Kunst Arnhem en samen met Mirjam Geelink ontwikkelde zij als bestuurslid bij de Stichting Kunst en Psychiatrie (2007 tot heden) een concept voor begeleiding van mensen door professionele beeldend kunstenaars.

Meer informatie over Brieke Drost vind u op haar site:www.briekedrost.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten